Het plan
Met het Sigmaplan wil Vlaanderen van de Schelde en haar bijrivieren een veilige, toegankelijke en natuurlijke rivier maken. De verhoging en versteviging van dijken en de aanleg van gecontroleerde overstromingsgebieden bieden bescherming tegen stormvloeden. Door deze zones in te richten als natuurgebied wordt de Schelde opnieuw een ecologisch waardevolle biotoop met kansen voor zachte recreatie. Ook landbouw krijgt een plaats in dit verhaal.
In het kader van het Sigmaplan voert de Vlaamse overheid de komende jaren werken uit langs de Netes. Het doel: de directe omgeving en de rest van Vlaanderen een betere bescherming geven tegen overstromingen én tegelijk de unieke topnatuur langs de Netes herstellen en opwaarderen.
Oorspronkelijk was het Sigmaproject Nete en Kleine Nete opgedeeld in twee zones: Beneden Nete en Varenheuvel-Abroek (beslissing Vlaamse Regering 28 april 2006).
Beneden Nete is gelegen op grondgebied van de stad Lier en de gemeente Duffel. Hier werd een natuurinvulling vooropgesteld voor de reeds bestaande gecontroleerde overstromingsgebieden Anderstadt I en II en Polder van Lier. In Anderstadt I en II werd de veiligheidsfunctie van een overstromingsgebied – waar het water gecontroleerd wordt opgevangen – gecombineerd met het herstel van zeldzame getijdennatuur. Op het ritme van eb en vloed stroomt er tweemaal daags water in dit gebied. Anderstadt II heeft al een hoge natuurwaarde. Deze wordt ook in de toekomst bestendigd. Het gebied Anderstadt I wordt vergroot door toevoeging van de nu omdijkte top van het gebied. Hier komt een gecontroleerde ontpoldering waardoor de Nete via de getijdenwerking een nevengeul doorheen het gebied zal krijgen. Naast estuariene natuur zal dit een extra meerwaarde bieden als paaigebied voor onder meer de Fint. In het gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) Polder van Lier komt er een beperkte en gecontroleerde grondwaterstandverhoging. Hier wordt vismigratie met de Beneden Nete mogelijk gemaakt.
Een tweede zone, Varenheuvel-Abroek, is gelegen op grondgebied van de gemeenten Grobbendonk, Nijlen en Zandhoven. Hier was eerst een natuurinvulling met rietland en open water voorzien. Omdat de gevolgen voor de landbouwsector te groot zouden zijn, werd een deel van de natuurinvulling verschoven naar andere locaties.Zo kan een gebied van 75 ha ten zuiden van de Kleine Pulse Beek toch behouden blijven voor landbouw.
Na bijkomend onderzoek werd de natuurdoelstelling rietland en open water deels verschoven naar een derde zone, het Mondingsgebied Grote Nete en deels naar de Beneden Nete bij Lier (beslissing Vlaamse Regering 4 april 2014).
Projectsite
http://www.sigmaplan.be/nl/projectgebieden/nete-en-kleine-nete
Stand van zaken
Context en ruimere situering project
Vlaanderen beter beschermen tegen overstromingen uit de Schelde en haar zijrivieren. Dat is het uitgangspunt van het Sigmaplan, dat in 2005 en 2006 door de Vlaamse Regering werd beslist. Het Sigmaplan is een slim toekomstproject dat onze regio veiliger maakt door ze beter te beschermen tegen overstromingen. Tegelijk maakt het Sigmaplan het ecosysteem van de Schelde en haar zijrivieren robuust. Rond die veerkrachtige Schelde wordt Europees uitzonderlijke natuur gecreëerd, waar wandelaars met volle teugen van kunnen genieten. Ook exploitatie van de rivier en scheepvaart blijven gegarandeerd. Zo werkt het Sigmaplan aan een veilig, natuurlijk en economisch aantrekkelijk Scheldegebied.
Het Sigmaplan omvat verschillende projectgebieden, verspreid over een groot deel van Vlaanderen. Deze projectgebieden liggen langs de getijdenrivieren. Dat zijn de Schelde en haar zijrivieren de Durme, de Rupel, de Nete, de Kleine Nete, de Grote Nete, de Dijle en de Zenne.
Zowat 260 kilometer rivieren zijn bij het project betrokken. Het Sigmaplan maakt niet alleen de directe omgeving van de rivieren en de projectgebieden veiliger. Ook verderop vermindert de kans op overstromingen.
Het Sigmaproject Nete en Kleine Nete is een van de deelprojecten van dit Sigmaplan.
Wat is al gebeurd?
Voor de zones Beneden Nete en Varenheuvel-Abroek startte de opmaak van het inrichtingsplan in 2011. Dit plan beschrijft de ruimtelijke invulling en de exacte contouren van het overstromingsgebied, welke natuurtypes ontwikkeld worden… Het landbouweffectenrapport (LER) werd midden november 2011 afgerond. Uit dat onderzoek bleek dat er een grote impact te verwachten was op de landbouwactiviteiten in het gebied Varenheuvel-Abroek. In overleg met de landbouworganisaties en de andere betrokkenen werden daarom bijkomende locatie-alternatieven onderzocht.
Een eerste locatie-alternatief, de vallei van de Kleine Nete tussen Varenheuvel-Abroek en Lier, werd onderzocht in de eerste helft van 2012. Dit gebied bood echter onvoldoende potenties om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren.
Daarom werden, op basis van de beslissing van de Vlaamse Regering van 22 juli 2012, drie bijkomende locatie-alternatieven geselecteerd. Zoekgebied 1 rond Hof Ter Lachenen, de vijvers aan Anderstadt en de Polder van Lier, zoekgebied 2 tussen Netekanaal en samenvloeiingsgebied van Grote en Kleine Nete en zoekgebied 3 aan de monding van de Grote Nete.
Uit het onderzoek bleek zoekgebied 2 niet geschikt voor de realisatie van de Sigmadoelen. Zoekgebied 1 en zoekgebied 3 hebben wel potenties om een groot aaneengesloten wetland met rietpartijen en open water te realiseren.
Voor het gebied Varenheuvel-Abroek is een nieuw voorstel uitgewerkt, waardoor een gebied van 75 ha ten zuiden van de Kleine Pulse Beek toch behouden kan blijven voor landbouw. Het overige gebied krijgt een natuurlijke invulling waarbij winteroverstromingen vanuit de Kleine Pulse Beek mogelijk blijven. Het landbouwgebied krijgt eigen afwateringsgrachten naar de Kleine Nete, zodat er geen water vanuit het landbouwgebied naar het natuurgebied zal stromen. Er komt een flankerend beleid (verzachtende maatregelen opgemaakt in overleg met de landbouwsector) op maat voor de landbouwers die gronden hebben in het toekomstig natuurgebied (beslissing Vlaamse Regering 4 april 2014).
Een deel van de oorspronkelijke natuurdoelstellingen voor Varenheuvel-Abroek verschuift naar het mondingsgebied van de Grote Nete (50 ha nieuwe natte natuur) en de Beneden Nete bij Lier (25 ha bijkomende natte natuur).
In de Beneden Nete zal er zo in totaal ca. 65 ha geclusterde natte natuur komen geschikt als leefgebied voor verschillende doelsoorten (vogels, zoogdieren, vissen, amfibieën en reptielen). De reeds bestaande gecontroleerde overstromingsgebieden Anderstadt I en II en Polder van Lier krijgen een meer waardevolle natuurinvulling, net als de zone Hof van Lachenen en de Vijvers aan Anderstadt. Anderstadt I wordt ontpolderd zodat een gecontroleerde nevengeul ontstaat en de getijden meer ruimte krijgen.
In het mondingsgebied van de Grote Nete onderzocht het Agentschap voor Natuur en Bos de mogelijkheden voor waterrijke natuur. Waterwegen en Zeekanaal ging na of bijkomende ingrepen op vlak van veiligheid nodig zijn. Dit onderzoek toonde aan dat de inrichting van zo’n 50 ha wetland met rietpartijen en open water hier mogelijk is en dat voor de zijwaterlopen van de Grote Nete mogelijk extra veiligheidsmaatregelen kunnen genomen worden.
In overleg met de projectmatige werkgroepen zijn inrichtingsplannen voor de weerhouden zones uitgewerkt. Deze plannen werden in juni en juli 2014 voorgesteld aan het brede publiek op infomarkten in Nijlen en Lier.
Stand van zaken
Ondertussen werd in juli 2017 voor de volledige cluster Nete en Kleine Nete een plan-MER goedgekeurd.
Voor de gebieden rond Beneden Nete lopen gedetailleerde technische studies. Het formeel goedkeuringstraject voor het nieuwe Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) voor de zone van de Beneden Nete samen met Pallieterland is lopend.
Voor het mondingsgebied van de Grote Nete is de volgende stap de uitwerking van de technische inrichtingsplannen. Hiervoor worden de resultaten van het beschrijvend bodemonderzoek (uitgevoerd in opdracht van OVAM), het milieu-hygiënisch onderzoek, de archeologische studie en de topografische opmetingen afgewacht.
Voor Varenheuvel-Abroek is een landinrichtingsnota in opmaak, als aanzet voor de verdere uitwerking van de inrichting van het landbouwgebied. Momenteel voert de VLM-Grondenbank onderhandelingen rond aankopen en grondenruil met een aantal zwaar getroffen landbouwers.
Meer informatie leest u op de website van het Sigmaplan (link naar Nete en Kleine Nete)
Verdere planning
Het milieueffectenrapport (plan-MER) werd in juli 2017 goedgekeurd. Dat rapport brengt de impact van het project op het leefmilieu in kaart.
De procedure voor de goedkeuring van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) voor de zone van de Beneden Nete loopt. De voorlopige vaststelling van het GRUP gebeurde op 9 maart 2018.. Voor de andere zones zullen de volgende jaren ook GRUP’s opgemaakt worden. Deze plannen vervangen de bestemmingen en voorschriften van het oorspronkelijke gewestplan voor de locaties waar de bijkomende natuurgebieden komen.
Zodra het ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vastgesteld is, kunnen de stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd worden voor de inrichting van de gebieden. Als deze vergunningen afgeleverd zijn, kunnen de werken voor de inrichting van de overstromingsgebieden van start gaan. Dat zal voor de eerste zone – de Beneden Nete in Lier – rond de zomerperiode van 2019 zijn.
Contact
Koen Segher, projectingenieur
Vlaamse overheid
De Vlaamse Waterweg NV
Afdeling Zeeschelde-Zeekanaal
Anna Bijnsgebouw
Lange Kievitstraat 111-113, bus 44
2018 Antwerpen
T 03 224 67 11
koen.segher@vlaamsewaterweg.be
Koen Deheegher, projectleider
Vlaamse overheid
Agentschap voor Natuur en Bos (ANB)
Anna Bijnsgebouw
Lange Kievitstraat 111-113, bus 63
2018 Antwerpen
T 03 224 62 62
koen.deheegher@vlaanderen.be