Search
Close this search box.

Europese Natuurdoelen

Het plan

In uitvoering van de Europese vogel- en habitatrichtlijnen legde Vlaanderen in 2014 Europese Natuurdoelen (de vroegere Instandhoudingsdoelstellingen) vast voor Speciale Beschermingszones die samen het Natura 2000-netwerk vormen.

 

Het ‘Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden’ (kortweg SBZ Kleine Nete) is aangeduid als Speciale Beschermingszone. De coördinatieopdracht “Kleine Nete loopt in twee deelgebieden van dit SBZ. Voor deze deelgebieden zijn gebiedsspecifieke instandhoudingsdoelstellingen (kortweg S-IHD of Europese Natuurdoelen) voor de Europees te beschermen habitattypes en soorten geformuleerd, die in de komende jaren gerealiseerd zullen moeten worden. Het eerste deelgebied omvat het gebied rond de samenvloeiing van de Kleine Nete en de Aa met de Graafweide en het Schupleer, het tweede gebied omvat de vallei van de Kleine Nete tussen Viersel en Lier.

 

In Graafweide-Schupleer wordt een natte alluviale natuurkern van ca. 150 ha ontwikkeld. Prioritair is de uitbreiding van het aandeel waterlopen met helder, zuurstofrijk water en goed ontwikkelde waterplantenvegetatiesen van de populaties van de vissoorten kleine modderkruiper, rivierdonderpad, rivierprik en beekprik. Binnen de natuurkern wordt ook een kwaliteitsverbetering en uitbreiding voorzien van elzenbroekbossen, vochtige schrale graslanden, voedselrijke ruigtes en laagveen.

 

In de vallei van de Kleine Nete tussen Viersel en Lier is de ontwikkeling van een natte alluviale natuurkern van ca. 300 ha voorzien, bestaande uit een mozaïek van elzenbroekbossen, beekvegetaties, van nature voedselrijke plassen met verlandingsvegetaties (vegetatietypes op de grens van water en land), vochtige schrale graslanden, voedselrijke ruigtes, zoetwaterslikken en -schorren, rietmoerassen, enz. Deze natuurkern vormt een geschikt leefgebied voor o.m. kleine modderkruiper, rivierdonderpad, rivierprik, bittervoorn en fint.

 

Voor al de vermelde habitattypes en vissoorten is de SBZ Kleine Nete in Vlaanderen prioritair volgens de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen.

 

Site

https://www.natura2000.vlaanderen.be/gebied/kleine-nete

Stand van zaken

Context en ruimere situering project

Dit project of plan kadert in de uitvoering van de Habitatrichtlijn. Krachtens deze Europese richtlijn moeten de lidstaten de habitatrichtlijngebieden die in 2002 zijn aangemeld, definitief aanwijzen en de nodige instandhoudingsmaatregelen nemen om een gunstige regionale staat van instandhouding te bereiken voor de Europees te beschermen habitats en soorten die voorkomen in de lidstaten. Deze instandhoudingsmaatregelen moeten gebaseerd worden op de Europese Natuurdoelen.

 

Vlaanderen koos ervoor om eerst op gewestelijk niveau, in samenspraak met de maatschappelijke belangengroepen en de overheden, instandhoudingsdoelstellingen voor de Europees te beschermen habitats en soorten in Vlaanderen op te maken en om deze nadien te vertalen naar de verschillende Speciale Beschermingszones. Deze zogenaamde Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) werden door de Vlaamse Regering definitief goedgekeurd op 23 juli 2010. Naast de noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen en uitbreidingen van de oppervlaktes (habitats) en de populaties (soorten), wordt in de G-IHD ook voor elk habitat en elke soort het relatieve belang van de verschillende Speciale Beschermingszones aangegeven.

 

De Vlaamse Regering heeft in Vlaanderen in Actie (VIA) een ambitieuze inspanningsverbintenis ingeschreven inzake de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen. Die stelt dat Vlaanderen in 2020 voldoende habitat ingericht, herbestemd, verbeterd of afgebakend moet hebben om 70% van de  natuurdoelen voor de Europees te beschermen habitattypes en soorten te realiseren.

 

 

Stand van zaken

De opmaak van het ontwerp van gebiedsspecifieke instandhoudingsdoelstellingen (ontwerp-S-IHD) voor de SBZ Kleine Nete volgde een vooraf met de maatschappelijke belangengroepen afgesproken traject met veel aandacht voor participatie en inspraak. De maatschappelijke belangengroepenwaren verenigd in de Vlaamse IHD-overleggroep. Dit traject werd volledig doorlopen en op 20 juli 2012 werd het aanwijzingsbesluit voor deze SBZ met daarin de ontwerp-S-IHD een eerste maal principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

 

Na een onderlinge toetsing van de verschillende ontwerp S-IHD voor alle Speciale Beschermingszones en rekening houdend met de activiteiten van andere sectoren, zijn de doelen waar nodig bijgestuurd. Op 19 juli 2013 werden de aangepaste S-IHD een tweede maal principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Op 23 april 2014 werden ze definitief goedgekeurd.

 

 

Verdere planning

Managementplan Natura 2000 voor de SBZ Kleine Nete

Na de definitieve goedkeuring van de S-IHD (of Europese natuurdoelen) in 2014 werd gestart met de opmaak van het Managementplan Natura 2000 voor de SBZ Kleine Nete. Het doel van dat plan is om aan te geven waar de Europese natuurdoelen stap voor stap worden gelokaliseerd op perceelsniveau en concrete acties te formuleren voor de realisatie ervan.

 

De uitvoering van de Europese natuurdoelen wordt begeleid door een overlegplatform op SBZ-niveau met vertegenwoordigers van maatschappelijke belangengroepen en overheden. Op het niveau van deelgebieden kan met direct betrokkenen overleg gevoerd worden rond concrete acties en beheerplannen. De verdere aanpak met betrekking tot de Managementplannen ligt momenteel voor op het politieke niveau. Op initiatief van lokale partners kan parallel reeds verder uitvoering gegeven worden aan de doelen zoals vastgelegd in de S-IHD-besluiten. Een concreet voorbeeld hiervan is de recente de vraag tot instelling van het natuurinrichtingsproject voor het deelgebied Graafweide-Schupleer, na consensus vanuit het lokaal overleg.

 

 

Gebied Graafweide-Schupleer

Voor het gebied Graafweide-Schupleer keurde de Vlaamse Regering in haar beslissing van 4 april 2014het voorkeurscenario goed als basis voor de opmaak van een plan van aanpak voor de realisatie van de natuurbestemmingen.

 

De eerste stap was de uitvoering een ecohydrologisch onderzoek. Na een grondige inventarisatie werd een grondwatermodel en een oppervlaktewatermodel opgebouwd waarmee hydrologische scenario’s en een knelpuntenanalyse uitgewerkt werden. In 2017 werd de ecohydrologische studie opgeleverd. Aan de hand van de resultaten werden de potenties voor de ontwikkeling van habitattypes per perceel onderzocht. Op basis van de ecohydrologische studie kunnen mogelijk nog grenscorrecties aan het voorkeurscenario worden doorgevoerd.

 

Parallel liep de opmaak van een inrichtingsnota door het Agentschap voor Natuur en Bos en de Administratie Duurzame Landbouwontwikkeling onder begeleiding van de Vlaamse Landmaatschappij. Deze inrichtingsnota bevat een projectsituering, een formulering van doelstellingen en gewenste maatregelen, een instrumentenafweging, een uitvoeringsprogramma en een financieringsplan.

 

Daarnaast startten het Agentschap voor Natuur en Bos en de Vlaamse Landmaatschappij, in overleg met de terreinbeherende verenigingen, met gerichte aankopen om de

 

Contact

Lennert Damen, gebiedsgerichte werking (GGW)
Vlaamse overheid
Agentschap voor Natuur en Bos
Lange Kievitstraat 111-113, bus 63
2018 Antwerpen