Zoek
Sluit dit zoekvak.

Bekkenbeheerplan

Het plan

In uitvoering van het bekkenbeheerplan Netebekken zal de Vlaamse overheid twee overstromingsgebieden inrichten via dijkverplaatsingen langs de Kleine Nete: in Grobbendonk en ter hoogte van Watering De Zegge.

 

Om Grobbendonk beter te beveiligen tegen overstromingen en de ecologische potenties te versterken, wordt de dijk langs de rechteroever van de Kleine Nete 30 m landinwaarts verplaatst, verstevigd en opgehoogd tot Sigma-hoogte. Hierdoor ontstaat op de rechteroever een winterbed van ca. 17 m dat over de ganse lengte (ca. 1.200 m vanaf de watermolen in het noordoosten tot aan de Troonbrug in het zuidwesten) natuurtechnisch heringericht wordt:

 

  • de oevers worden verflauwd, voorzien van stromingsluwe zones;
  • er wordt houtachtige vegetatie, ruigte met struweel en moerasvegetatie aangelegd of aangeplant;
  • de afgesneden meander wordt opnieuw in contact gebracht met de waterloop.

 

 

Om het landbouwgebied De Zegge beter te beschermen tegen overstromingen en ruimte voor waterberging te creëren, worden de dijken landinwaarts verplaatst (gemiddeld 15 m), maar niet verhoogd. Hierdoor ontstaat op de linker- en rechteroever een winterbed. Bij extreme omstandigheden zal het achterliggende landbouwgebied voor de nodige bergingscapaciteit zorgen.

 

Stand van zaken

AOG Grobbendonk

 

Context en ruimere situering project

De dijk langs de rechteroever van de Kleine Nete, net stroomopwaarts van de dorpskom van Grobbendonk bood onvoldoende bescherming tijdens hoogwaterperiodes. De Vlaamse Milieumaatschappij voerde daarom in de periode 2013-2014 een project uit om de dorpskern van Grobbendonk duurzaam te beschermen tegen overstromingen viaeen versteviging van de dijk op Sigma-hoogte.

 

Naast duurzame bescherming werd ook gezocht naar bijkomende ruimte voor water met respect voor het huidige landgebruik.

 

Op de rechteroever werd een winterbed van zo’n 17 m aangelegd dat over de volledige lengte (vanaf de watermolen in het noordoosten tot aan de Troonbrug in het Zuidwesten) een natuurlijke inrichting kreeg. De oevers werden verflauwd en voorzien van stromingsluwe zones, er werd houtachtige vegetatie, ruigte met struweel en moerasvegetatie aangelegd of aangeplant en de afgesneden meander werd opnieuw in contact gebracht met de waterloop.

 

 

AOG De Zegge

 

Context en ruimere situering project

De huidige dijklichamen hebben over aanzienlijke lengtes een deel van hun profiel verloren waardoor aanpassingswerken noodzakelijk zijn. De Vlaamse Milieumaatschappij startte daarom een project om deze dijklichamen duurzaam te verbeteren.

 

Naast duurzame bescherming werd ook gezocht naar bijkomende ruimte voor water rekening houdend met het feit dat de Kleine Nete hier door een intensief landbouwgebied loopt. Het project werd reeds opgenomen in het eerste Bekkenbeheerplan van de Nete, later overgenomen in de Stroomgebiedbeheerplannen, als één van de actief aan te leggen overstromingsgebieden (AOG Zegge). Het oorspronkelijk voorstel besloeg een ruimte van 20 m landinwaarts. Deze strook van 20 m werd aan beide zijden van de waterloop niet herbevestigd als agrarisch gebied.

 

Binnen de structuren van het integraal waterbeheer werd een maatschappelijk debat gevoerd over enkele uitvoeringsaspecten van het project. Op 19 december 2011 werd een consensus gevonden.

 

De dijken langs de Kleine Nete zullen aan beide zijden ongeveer 15 m meer landinwaarts komen. De dijkprofielen worden aangepast: de dijken worden minder hoog aangelegd (even hoog als de huidige dijken) waardoor ze ook in de breedte beperkt worden. Daardoor blijft aan beide zijden 5 m meer grond bruikbaar voor de landbouw. In totaal blijft 12 ha meer grond beschikbaar als cultuurgrond. Het voordeel voor de waterloop is dat de vrije ruimte tussen dijk en waterloop ongewijzigd blijft (t.o.v. het oorspronkelijke project). Zoals gepland wordt deze ruimte natuurtechnisch ingericht wat de ecologische verbindingsfunctie van de waterloop versterkt. Het grote nadeel van dit compromisvoorstel is dat er een grondoverschot zal zijn. Een extra 100.000 m3grond moet afgevoerd worden buiten overstroombare valleigebieden.

 

Het oorspronkelijke project AOG De Zegge werd opgenomen binnen het voorontwerp RUP ‘vallei van de Kleine Nete tussen Grobbendonk en N19’om de voorziene ruimte planologisch vast te leggen. Sinds 1 september 2012 kan voor handelingen van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd worden na een Projectvergadering.

 

Stand van zaken

Na verder overleg met de betrokken landbouwers, landbouworganisaties en gemeenten over de technische uitvoering werd in het najaar van 2013 een nieuw, gedetailleerd ontwerp uitgewerkt.

 

Binnen het bereikte compromis kon per zone gekozen worden voor 2 types van dijklichamen.

De keuze van het uiteindelijke dijkprofiel werd meegenomen in de individuele onderhandelingsgesprekken omtrent de grondverwerving. Type 1 dijkprofiel heeft het voordeel dat hier toegankelijkheid (dienstweg) en recreatief medegebruik kunnen gecombineerd worden, type 2 heeft bijkomend voordeel dat er cultuurgrond gespaard wordt.

 

De project-MER ontheffing voor het project werd goedgekeurd op 27/4/2015. Het onteigeningsbesluit werd goedgekeurd door minister Schauvliege op 22/7/2015 en de krachtlijnen voor de vergunningsvoorwaarden werden vastgelegd op een Projectvergadering van 24/11/2015. Het onteigeningsbesluit werd aangevochten voor de Raad van State. De Projectvergadering verliep (voorwaardelijk) gunstig. De grondverwerving gebeurde onder leiding van de VLM. Het merendeel van de benodigde gronden werd in der minne aangekocht. Voor enkele innames lukte het niet om via onderhandelingen tot een minnelijke verwerving te komen. Hiervoor loopt momenteel de gerechtelijke procedure.

 

De stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd op 20/6/2017 en niet aangevochten zodat deze definitief uitvoerbaar is.

 

Ondertussen werd verder overlegd met de sector recreatie over de invulling van het overstromingsgebied ter hoogte van Camping Korte Heide, Bobbejaanland en Ark Van Noë.

 

Verdere planning

De verdere invulling van de zoekzones ter hoogte van Bobbejaanland, Camping Korte Heide en Ark Van Noë zal vorm krijgen via het Interregproject ‘Building with nature’. Binnen dit project zal een ontwerper creatieve voorstellen lanceren die rekening houden met de vooropgestelde doelstellingen voor de vallei maar tevens met de belangen van de exploitanten. Met het verwerken van alle informatie uit de consultatiemomenten zit het project in de fase van het definitief ontwerp.

De uitvoering van de werken van de hermeandering van de Kleine Nete ter hoogte van de N19g is gestart in juli 2018. Deze werken zijn ook opgenomen in de geldende stedenbouwkundige vergunning van AOG De Zegge.

In eerste instantie zal het terrein vrijgemaakt worden door enkele bomen te vellen. Vervolgens kan het archeologisch veldonderzoek starten. Zodra de resultaten hiervan bekend zijn, kunnen de effectieve graafwerken en inrichtingswerken van het terrein van start gaan.

Bij aanvang van de werken in het landbouwgebied zal door de Vlaamse Milieumaatschappij ruim gecommuniceerd worden naar actoren, sectoren, betrokken landbouwers en burgers.

Contact

Marc Florus, diensthoofd Buitendienst Nete en Benedenschelde
Rik Scholiers, projectleider AOG Grobbendonk
Stoffel Moeskops, projectleider AOG De Zegge

 

Vlaamse overheid
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), buitendienst Nete en Benedenschelde
Lange Kievitstraat 111-113, bus 64
2018 Antwerpen
T 03 224 62 33
m.florus@vmm.be
r.scholiers@vmm.be
s.moeskops@vmm.be